Je hebt het vast wel eens gehoord in de sportschool: “jij bent een ectomorph, dus je kunt niet zoveel massa aankomen” of “jij hebt echt geluk dat je een mesomorph bent”. Als we alles moeten geloven, dan schijnt je lichaamstype enorm veel invloed te hebben op je vermogen om sterker te worden en spiermassa op te bouwen. De vraag is, is dat wel zo? In deze blog behandelen we de drie verschillende lichaamstypes en kijken we of dit ook echt effect zal hebben op je resultaten. Spoiler: de verschillende lichaamstypen zijn erg achterhaald.
De drie lichaamstypen: somatotypes
De drie lichaamstypen die we tegenwoordig nog steeds voorbij zien komen zijn al ouder dan het grootste gedeelte van de mensen die deze blog zullen lezen. Ze zijn namelijk ontwikkeld in de jaren 40 door psycholoog William Herbert Sheldon. Sheldon kwam tot drie verschillende types, die hij samen de somatotypes noemde. Dit zijn de volgende drie:
- Ectomorph
- Mesomorph
- Endomorph
Elk type heeft verschillende eigenschappen, wat voor- en nadelen met zich mee zou brengen. Volgens Sheldon kunnen bepaalde lichaamstypes bijvoorbeeld meer spiermassa en kracht opbouwen dan de ander. Daarnaast zou het lichaamstype van een persoon zelfs invloed hebben op hoe deze persoon in de omgang is. Onderstaand zullen we de drie lichaamstypen elk kort behandelen, zodat er een beter beeld ontstaat bij de taxonomie van Sheldon.
Ectomorph
De ectomorph is misschien wel de meest bekende van de drie lichaamstypen. Deze persoon zou gecategoriseerd kunnen worden als iemand die dun en niet sterk is. Vaak wordt er ook nog vermeld dat deze personen redelijk lang zijn. Naast deze uiterlijke criteria zou een ectomorph doorgaans ook intelligent, introvert, vriendelijk en kalm zijn.
Mesomorph
De mesomorph zou voor veel mensen het ideale lichaamstype zijn. Deze is namelijk van nature al wat gespierd en heeft een goed postuur. Daarnaast zou deze groep mensen extrovert zijn, competitief en zelfs moedig. Vrijwel alleen maar eigenschappen waarvan veel mensen zouden willen dat het zonder moeite van toepassing was op hunzelf.
Endomorph
De laatste van de drie lichaamstypen (of somatotypes) is de endomorph. De endomorph is wat dikker, niet heel lang en heeft vaak moeite met het verliezen van gewicht. Deze personen zouden vrij lui zijn, maar toch gezellig en vriendelijk.
Is het wetenschappelijk onderbouwd?
Nu komt de aap uit de mouw: de wetenschappelijke onderbouwing blijkt te ontbreken. De lichaamstypes die Sheldon al die jaren geleden heeft bepaald, blijk je dus met een behoorlijke hoeveelheid korrels zout te moeten nemen. Dan doelen we dus zowel op de fysieke eigenschappen als op het gedrag, op basis van een somatotype.
De oorspronkelijke taxonomie van lichaamstypen die door Sheldon bepaald werden kun je dus als irrelevant beschouwen. Ze zijn niet onderbouwd en daarnaast is het sowieso onmogelijk om iedereen in één van de drie hokjes te plaatsen. Het heeft dus weinig zin om jezelf als een ectomorph te labelen als je op dit moment te dun bent of als een endomorph als je buikje teveel begint te groeien. Dergelijke categorisering is gewoonweg onjuist en kan zelfs progressie in de weg staan.
Het kan bijvoorbeeld enorm ontmoedigend zijn om te horen dat je een ectomorph bent en altijd dun zal blijven. Wanneer je hierdoor de handdoek in de ring gooit, loop je al je progressie mis. Wanneer iemand je dus een bepaald lichaamstype labelt hoef je je hier weinig van aan te trekken. Onthoud dat het niet wetenschappelijk onderbouwd is en jij gewoon je doelen kunt behalen, zolang je maar consistent bent met je training en voeding. Theorieën over verschillende lichaamstypes kun je links laten liggen.
Heath-Carter methode voor lichaamstypen
Er is uiteindelijk een nieuwere versie van de standaard somatotypes ontwikkeld, die in sommige gevallen wel nog gebruikt wordt. Met de Heath-Carter methode wordt gekeken naar gewicht, lengte en acht aanvullende eigenschappen van omtrekken en huidplooien. Vervolgens wordt op basis van deze data een cijfer gegeven bij welk lichaamstype de testpersoon het beste past. Dit wordt gedaan middels een schaal van 0 tot 7, waarbij 0 betekent dat er geen overeenkomsten zijn en 7 betekent dat er sterke overeenkomsten zijn.
Deze methode van het bepalen van somatotypes wordt bijvoorbeeld nog gebruikt om te kijken in hoeverre je lichaamstype bepalend is voor topsport, in hoeverre het gemiddelde lichaamstype overeenkomt met dat van topsporter en andere interessante vraagstukken.
Speelt je lichaamstype een rol in je ontwikkeling?
Je lichaamstype speelt natuurlijk alsnog een rol in de ontwikkeling van je kracht en spiermassa. Het is echter dus bij lange na niet zo simpel als de oorspronkelijke somatotypes laten zien. Het menselijk lichaam is zo ingewikkeld dat het onmogelijk is om deze in te delen in slechts drie types. Iedereen heeft een unieke aanleg om sterk te worden, spiermassa op te bouwen of af te vallen. De een heeft van nature bredere schouders en de ander kortere ledematen. Er zijn tal van factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van spiermassa en kracht.
Daarnaast is het ook het startpunt verschillend. Zo hebben sommige mensen van nature al een gunstiger hormoonstelsel of hebben ze al meer spiervezels. De verschillen zijn zo groot, dat je de somatotypes buiten beschouwing kunt laten en gewoon een trainingsschema gaat gebruiken dat bij jou persoonlijk past en dus niet bij je zogenaamde lichaamstype.
Advies o.b.v. verschillende lichaamstypen?
Een advies dat je krijgt op basis van je lichaamstype kun je dan ook verwaarlozen, want dit is gebaseerd op een niet onderbouwd somatotype. Het kan zomaar dat jij op dit moment gelabeld wordt als een endomorph, maar na een periode van hard trainen en afvallen nu ineens een mesomorph bent. Verandert dan ineens je advies en moet je ineens heel anders gaan trainen? Dat slaat natuurlijk nergens op.
Laat je dus niet wijs maken dat je bijvoorbeeld:
- Enkel compounds mag doen om massa te bouwen (ectomorph)
- Jezelf suf moet eten om spiermassa op te kunnen bouwen (ectomorph)
- Je absoluut geen cardio mag doen, want dan val je nog meer af (ectomorph)
- Minimaal 15 herhalingen bij alle oefeningen moet doen (endomorph)
En zo hoor je nog tal van zulke adviezen rondgaan in de sportschool. Een plan maken op basis van je somatotype is dus wel mogelijk, maar totaal niet onderbouwd. Vertelt een trainer je dat dit de beste methode is, dan wordt het misschien tijd om een nieuwe trainer te zoeken.
Je manier van denken is bepalend
De manier waarop jijzelf te werk gaat is allesbepalend voor je progressie. Vertel jij van tevoren al tegen jezelf dat je een ectomorph bent en nauwelijks kunt aankomen? Dan is de kans groot dat je hiernaar gaat handelen en dus te weinig gaat eten. Vertel je tegen jezelf dat je van nature nogal lui bent omdat je een endomorph bent, dan heb je een excuus om de sportschool over te slaan en op de bank te gaan hangen. De manier waarop jijzelf aan de slag gaat is dus enorm belangrijk voor je succes.
Stop jezelf niet in een denkbeeldig hokje waardoor je jezelf restricties oplegt. Ga er voor de volle 100% voor en vergeet de ‘wijsheden’ over somatotypes die je in de sportschool wel eens te horen krijgt. Je bent geen standaard lichaamstype, je bent veel unieker dan dat.
Train je regelmatig thuis? Lees dan zeker onze tips voor thuis trainen.
Conclusie over lichaamstypes
De somatotypes van Sheldon zijn inmiddels dus erg achterhaald. Het menselijk lichaam is te complex om deze in drie categorieën in te delen. Desalniettemin zal je persoonlijke lichaamstype altijd een rol spelen bij de ontwikkeling van kracht en spiermassa. Dit heeft te maken met veel verschillende factoren en zal voor iedereen anders zijn. Label jezelf dus niet tot één van deze drie categorieën en voorkom dat je gaat handelen naar het verwachtingspatroon van een dergelijk lichaamstype.
De verschillen in lichaamstypen zijn iets unieks en dat is juist mooi. Iedereen heeft zijn of haar eigen aanpak en boekt zo ook op een eigen manier progressie. Jezelf in een hokje duwen of een label meegeven zal misschien zelfs eerder een negatief effect hebben op je progressie, dan een positief effect. Laat die achterhaalde informatie over somatotypes dus maar varen en richt je gewoon op jouw persoonlijke en unieke doelen.
Bronvermelding
- Vertinsky P. (2007) Physique as destiny: William H. Sheldon, Barbara Honeyman Heath and the struggle for hegemony in the science of somatotyping
https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18447308/ - Rafter N. (2008) Somatotyping, antimodernism, and the production of criminological knowledge
https://onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/j.1745-9125.2007.00092.x - Carter J.E.L. (2002) The Heath-Carter anthropometric somatotype
https://www.mdthinducollege.org/ebooks/statistics/Heath-CarterManual.pdf
Er zijn nog geen reacties op dit artikel.